Het vermoeden van Collatz zegt nu dat welk natuurlijk getal je ook kiest, als je dit proces maar lang genoeg herhaalt, uiteindelijk altijd 1 wordt. Dit vermoeden is voor het eerst geformuleerd door Lothar Collatz in 1937. Tot op heden is het vermoeden nog niet bevestigd of weerlegd.
Gegeven: Een kleine cirkel met straal met daarop een punt Q die binnen een grote cirkel ligt met straal R = 2r en daaraan raakt met daarbinnen een punt P Oplossing: Trek een cirkel met straal en hetzelfde middelpunt als de grote cirkel. Deze snijdt de kleine cirkel aan dezelfde kant van de X-as als het punt P in het punt S
Zonder de algemeenheid te schaden kunnen wij alle punten verschuiven zodat het middelpunt van de grote cirkel in de oorsprong valt. Omdat elke raaklijn aan een cirkel loodrecht staat op de straal naar dat raakpunt gaat de lijn door de middelpunten van de grote en de kleine cirkel door het gemeenschappelijke raakpunt. Roteer alle punten om de oorsprong zodat deze lijn samenvalt met de X-as.
Als P op of boven de X-as ligt dan geldt:
De draaihoeken op de grote cirkel en op de kleine cirkel zijn: