Veerschilderij

edit

Een veerschilderij, of veermozaïek is een schilderij gemaakt met een precolumbiaanse artistieke techniek waarbij een Europese iconografie is toegepast. Veerschilderijen vertegenwoordigen thema’s vanuit het Rooms-Katholieke oeuvre. Enerzijds zijn dit bijvoorbeeld manifestaties van christelijke heiligen. Anderzijds verbeelden veerschilderijen ook gebeurtenissen uit het religieuze leven. Veerschilderij is letterlijk vertaald in het Nederlands, maar het onvertaalde, originele woord is in het Spaans: plumaria. [1]

De artistieke techniek van veerschilderijen dateert van voor de Spaanse Conquista in 1521. De Spaanse verovering maakte in 1521 een einde aan de precolumbiaanse Azteekse cultuur. Niettemin zorgde Europese bewondering voor de precolumbiaanse artistieke tradities voor nieuwe kunstvorm in Europa. Sinds het eerste contact tussen de Europeanen en de Nieuwe Wereld, zorgde de precolumbiaanse veermozaïeken voor veel belangstelling. De exotische rariteiten werden verzameld en bewonderd in Europa. Ze werden verzameld en tentoongesteld in kunst- en rariteitenkabinetten.[2] De gevederte artefacten trokken in het bijzonder de aandacht van de Rooms- Katholieke kerk. Rond het jaar 1523 vertrokken Franciscaanse broederschappen naar de Nieuwe Wereld om de inheemse bevolking te evangeliseren. De Franciscaanse broeders gaven de precolumbiaanse Amanteca de opdrachten voor het maken van veerschilderijen met een christelijke iconografie.De Amanteca - ookwel Purépecha uzquarécucha genoemd- waren gespecialiseerd in het bewerken en transformeren van veren naar artistiek materiaal. Aanvankelijk vertrokken grote groepen missionarissen vanuit Europa om de precolumbianen te indoctrinen met het Christelijke geloof. Franciscaanse broederschappen arriveerden rond 1523 in Mexico. Ze ontwikkelden een educatief programma om de precolumbiaanse samenlevingen te bekeren tot het Katholicisme.[3] Op deze manier ging de Europese iconografie en een niet-Europees materiaalgebruik samen.

Veerkunst uit het Verre Oosten

Plumaria uit de Nieuwe Wereld waren niet alleen bekend als katholieke propaganda en geschenken voor de Europese aristocratie. Rond de zestiende eeuw waren Europa en Zuid- Amerika dankzij handelsroutes al verbonden met het Verre Oosten. Het gebruik van veren als artistiek materiaal was daar echter niet onbekend. In de achtste eeuw gebruikten de volkeren in het Verre Oosten al veren ter versiering voor hun kledij en als insigne voor grote hoedanigheden. Ook waren de gevederte hoofdversieringen, zoals deze bekend waren bij de Azteken een belangrijk aspect van de Molukse cultuur. Alhoewel in de Molukken, en tevens China en Japan, gebruik werd gemaakt van een ander soort veren. Ondanks dat Europeanen in de zestiende eeuw bekend waren met Oosters gevederte schijnt het niet de verwondering te hebben gewekt zoals dit met de plumaria uit Nieuw- Spanje wel geschiedde.

Symbolische belang van veren als artistiek materiaal

Een van de belangrijkste primaire bronnen waarin het maakproces van de Amanteca staat omschreven is de Florentijnse codex geschreven door de Franciscaanse missionaris Bernardino de Sahagún (1499-1590).[4] . Hij kwam in 1529 aan in Nieuw- Spanje en schreef samen met zijn Azteekse studenten aan een manuscript: de Florentijnse codex, ook wel bekend als Historia general de las cosas de Nueva España. Een encyclopedie bedoeld voor de Spanjaarden in Europa om culturele gebruiken van de inheemse bevolking te begrijpen. Veren behoorden tot een van de meest gewaardeerde materie in de wereld van de Azteken. Veren hadden voor de Azteken een economische, commerciële, ceremoniële en religieuze functie. In de precolumbiaanse samenleving werden naast veren ook edelstenen zoals jade en turkoois ook van groot waarde geschat. Veren stonden symbool voor vruchtbaarheid, rijkdom, overvloed en macht.De symbolische betekenis staat in verbinding met het geloof van de Azteken. De mooiste vogels werden geassocieerd met de belangrijkste Azteekse goden. Ondanks de polytheïstische aard van het geloof, geloofden de Azteken dat ze werden geleid door hun hoofd- en oorlogsgod Huitzilopochtli. De god Huitzilopochtli werd direct geassocieerd met huitzilin: de kolibrie in het Nahuatl. Naast Huitzilopochtli geloofden de Azteken in Quetzalcóatl: de god van wind en vruchtbaarheid. Quetzalcóatl werd in de precolumbiaanse cultuur voorgesteld in de vorm van een slang bedekt met veren van de Quetzal. De etymologie van het woord verwijst naar de Quetzalveren, die zeer kostbaar werden geacht. De Azteken geloofden dat veren dienden als schaduw van de goden.

De receptie van plumaria en kolonisatie


De evangelisatie is een belangrijk onderdeel van de kolonisatie. Veerschilderijen ontwikkelden zich als signatuur voor de extensieve evangelisatie van de Nieuwe Wereld.[5] De plumaria die in opdracht zijn gemaakt om de inheemse bevolking te evangeliseren, zijn anoniem, relatief klein en enigszins repetitief in compositorische vorm. [6] De religieuze plumaria kunst van de Amanteca kwam niet alleen tot uiting in veerschilderijen. Waar eerder plumaria voorwerpen zoals schilden, mantels en hoofdtooien werden gemaakt door de Amanteca, werd koloniale plumeria tijdens de kerstening ook ingezet voor religieuze bisschopsmijters en draagbare altaren. Waar precolumbiaanse plumaria werden tentoongesteld in kunst- en rariteitenkabinetten door de aristocratie, werden de koloniale, religieuze plumaria daarentegen gebruikt als pontificalia tijdens officiële christelijke ceremonies. De Amanteca moesten modellen overnemen aan de hand van gravures met sterk theologische principes en programma’s die werden verscheept vanuit Europa. Het inzetten van de lokale bevolking - in dit geval de Amanteca- om de Europese vraag naar bepaalde producten te realiseren,is een typerend kenmerk van kolonisering.

  1. ^ Alcala, Luisa Elena. 2016. Reinventing the Devotional Image:Seventeenth-Century Feather Paintings in: Images Take Flight, Feather Art in Mexico and Europe 1400-1700. München: Hirmer Publishers.
  2. ^ Feest, Christian F. 1990. Vienna’s Mexican Treasures. Aztec, Mixtec, and Tarascan Works from the 16th Century Austrian Collections”, in: Archiv für Völkerkunde, Bd. 44. Vienna: Verein “Freunde der Völkerkunde” und Museum für Völkerkunde.
  3. ^ Farago, Claire. 1995. Reframing the Renaissance : visual culture in Europe and Latin America 1450-1650. New Haven : Yale University Press.
  4. ^ J. Jorge Klor de Alva. 1988. Sahagún and the Birth of Modern Ethnography: Representing, Confessing, and Inscribing the Native Other, in The World of Bernardino de Sahagún: Pioneer Ethnographer of Sixteenth-Century Aztec Mexico. ed. J. J. Klor de Alva, H. B. Nicholson, and E. Quiñones Keber . New York: Institute for Mesoamerican Studies, the University at Albany, State University of New York; Austin: University of Texas Press.
  5. ^ Gruzinski, Serge .1993. The conquest of Mexico : the incorporation of Indian societies into the Western world, 16th-18th centuries. Cambridge, UK : Polity Press ; Oxford, UK ; Cambridge, MA, USA : Marketing and production, Blackwell Publishers.
  6. ^ Russo, Alessandra. Contemporary art from New Spain.